De grensoverschrijdende digitale economie verandert het juridische landschap. Europa stuurt steeds meer aan op de digitale consumentenbescherming. Het heeft recent dan ook een aantal beslissingen genomen om de consumentenbescherming te versterken. Hoewel de tijden zijn veranderd, is consumentenbescherming zeker niet nieuw. De oudste vorm van consumentenbescherming die we in Nederland kennen, is de Waarborgwet. Om dit te begrijpen, kan een stukje geschiedenis niet ontbreken.
Wat is de Waarborgwet?
De Waarborgwet is een wet die een verplichting oplegt om bepaalde edelmetalen voorwerpen te laten testen en keuren, waarna het van tekens wordt voorzien. Deze wet heeft het doel om de consument te beschermen tegen bedrog met betrekking tot edelmetalengehaltes. Dankzij de Waarborgwet ben je zeker dat een gouden sieraad daadwerkelijk van het voorgeschreven gehalte goud is gemaakt. Deze sieraden dienen namelijk van een erkend gehalteteken te zijn voorzien. Bij grote voorwerpen wordt er ook een kantoorteken en een jaarletter aangebracht.
Voorgeschiedenis van de Waarborgwet
Goud was in het verleden altijd al een populair ruilmiddel, maar aanvankelijk was dit nogal omslachtig. Telkens opnieuw diende het gewicht en de zuiverheid te worden bepaald. Dit was nodig, want er werd heel wat gefraudeerd. Een oneerlijke smid voegde namelijk andere metalen toe aan de voorwerpen die hij maakte, maar liet de mensen wel volgens de actuele goudprijs betalen.
Uiteindelijk besloot men om goud en zilver in vaststaande gewichten en met welbepaalde zuiverheden uit te brengen, er een waarde op te kleven en het muntje uit te rusten met een afbeelding van de vorst. De gouden muntstukken waren geboren. Dergelijke gouden munten worden nog steeds gemaakt en verkocht, maar dan vooral als beleggings- en verzamelvoorwerp. Onder andere Goudonline koopt gouden tientjes, krugerrands en andere gouden munten op.
Om fraude met andere edelmetalen voorwerpen te voorkomen, werden er keurtekens ingevoerd. Het was Filips III de Stoute die op 20 december 1275 bepaalde dat de Parijse grote zilveren werken een stadsteken dienden te hebben. Hiervoor diende men keurmeesters aan te stellen.
Nationale waarborgwetten in Nederland
Het Parijse voorbeeld werd later in Nederland overgenomen. In 1382 voerde Utrecht het meesterteken in en verschillende andere steden volgden. Elke stad had lange tijd eigen tekens en dat zorgde wel vaker voor verwarring. Daarom werd steeds meer aangestuurd op een nationale oplossing.
De eerste min of meer nationale wet voor de toen nog Bourgondische Nederlanden volgde op 14 december 1498. Nadien volgden er nog heel wat soortgelijke wetten. Op 11 maart 1807, na het uitroepen van het Koninkrijk Holland, kwam er al meteen een aangepaste nationale waarborgwet. Door de Franse annexatie werd deze wet al even snel weer vervangen door de Franse waarborgwet. Willem I zou deze Franse wetgeving lange tijd handhaven, maar verving de voorgeschreven Franse haantjes wel door Hollandse leeuwen. Pas in 1853 werd de oude Franse wet vervangen door de Nederlandse Waarborgwet. In 1986 werd deze Waarborgwet sterk gewijzigd. Het principe bleef in ieder geval hetzelfde: de consument beschermen als hij goud of andere edelmetalen koopt.
De Waarborgwet 2019 heeft de Waarborgwet 1986 vervangen en geldt sinds 1 juli 2020. Ook de Waarborgwet 2019 plaatst de bescherming van de consument tegen falsificaties en oneerlijke handel centraal. Het blijft nodig om edelmetalen voorwerp boven een bepaald gewicht eerst van een keurmerk te voorzien. Hiervoor wordt er een beroep gedaan op waarborginstellingen. De nieuwe Waarborgwet 2019 heeft onder andere gevolgen gehad voor de bepaling van het platinagehalte. Daarnaast ging er meer aandacht naar het waarborgen van opgevulde werken.